Alphense Boys begint zondag met een thuiswedstrijd tegen Hoogeveen (aanvang 14.00 uur) officieel aan de nieuwe voetbalcompetitie. Verslaggever Nick Verwoerd (Leidsch Dagblad, Leiden Amateurvoetbal) volgde Boys 1 in de oefencampagne en zocht de trainers Hein van Heek en Eli Wattimury vorige week op voor een voorbeschouwing. Hun uitdaging is om zo hoog mogelijk te eindigen. : We4 zijn voorzichtig optimistisch.” Lees het interview.

‘We hebben nu voldoende ervaring in de ploeg’

Nieuwe ronde, nieuwe kansen. Na een seizoen waarin het vlaggenschip van onze vereniging niet verder kwam dan een achtste plek, gaat de formatie van coach Hein van Heek en zijn assistent Eli Wattimury met frisse moed en met een flink gewijzigde selectie van start in de hoofdklasse A. ,,Het is een uitdaging om zo hoog mogelijk te eindigen”, aldus Van Heek.

Bij de aanvang van de voorbije jaargang sprak de trainer woorden van gelijke strekking. Het streven bleek echter lastig te verwezenlijken. Voor veel ploegen in de hoofdklasse B moest roodwit het hoofd buigen. Boys 1 dreigde zelfs even in de gevarenzone te belanden. Dankzij een eindsprintje - elf punten uit de laatste zes duels – nam het team daar afstand van. ,,We speelden te wisselvallig, vaak onder de maat. En dan kom je te staan waar we aan het einde van de rit stonden: in de grijze middenmoot. Onze ploeg was redelijk jong en kon voetballend qua niveau best mee, maar onze restverdediging was regelmatig niet wat-ie zijn moest. Het jonge enthousiasme wordt je dan fataal. We misten te veel ervaring. Aan de sfeer binnen de groep heeft het niet gelegen. Die is redelijk goed gebleven, al is het meestal zo dat die hand in hand gaat met de prestaties. De spelers die wij graag wilden behouden zijn gebleven. En dat zegt toch eigenlijk ook genoeg over de sfeer”, meent Van Heek.

Beleidskeuze

,,Het is goed om te zien dat er nu na afloop van een wedstrijd of training een stuk of tien jongens even in het clubhuis blijven hangen”, vult Wattimury aan. ,, Kijk, het is natuurlijk een beleidskeuze die de club gemaakt heeft om met spelers van buitenaf te werken. Van hen kun je moeilijk verwachten dat ze nog een tijdje in de kantine blijven. Zij gaan na een training naar huis. Dat is nu eenmaal de consequentie van het beleid. Een club als ARC heeft daar veel minder mee te maken. Daar spelen voornamelijk jongens uit Alphen. Die komen bij wijze van spreken op de fiets. Toch hebben ook bij ons spelers wel binding met de club. Dat blijkt wel uit het feit dat zij gasttrainingen voor de jeugdteams geven, als scheidsrechter fungeren tijdens toernooien en een “oefenwedstrijd” tegen het G-team spelen.” ,,En om de teamspirit nog verder te bevorderen zijn we van plan om in de loop van het seizoen een aantal keren iets met de groep te organiseren”, voegt Van Heek toe.

Van de spelers die aan het einde van de voorbije competitie nog voor Alphense Boys actief waren, ziet het trainersduo een zevental vertrekken. Cristian Cabrera Ortega gaat naar FC Boshuizen, Thom Nouwens wil op zaterdag gaan voetballen en doet dat bij zustervereniging ARC, Boris Zanoli keert terug naar AFC’34, Ramon Aronius meldt zich bij Voorschoten’97 en Justin de Feyter keept voortaan bij VVC. De 35-jarige Patrick Krop hangt zijn voetbalschoenen aan de wilgen en datzelfde doet – wegens werkzaamheden - Raychelo Fecunda. ,,Niets ten nadele van de groep van het afgelopen jaar, maar als ik naar de huidige selectie kijk is die toch zowel in de breedte als wat betreft de kwaliteit sterker. Als we moeten gaan wisselen, worden we er niet slechter van. Bovendien hebben we nu de gelegenheid in elke linie een ervaren speler op te stellen”, meent Wattimury.

Nieuwelingen

De uit 22 spelers bestaande selectie telt voor de helft nieuwelingen. Nou ja, nieuwelingen… Twee van hen, Tarik Zaanani en Alessio van Straaten, zijn afkomstig uit de eigen jeugd. ,,Tarik is een middenvelder die het duel niet uit de weg gaat en over een redelijke techniek beschikt. Het is een slimme speler. En Alessio stond vorig seizoen vaak als “hangende” buitenspeler opgesteld, maar is toch meer een middenvelder. Hij is erg leergierig”, verklaart Wattimury. Verder keren Jessie Vink (22), Max de Haas en Joey Lauhouh (23) terug op het oude nest. Vink na een avontuur bij Katwijk, De Haas na zes jaar Sparta-jeugd en Lauhouh na uitstapjes naar ARC en FC Rijnvogels. Van Heek kent Lauhouh nog van zijn periode dat hij trainer was bij Rijnvogels:,,Joey is een buitenspeler met snelheid en mooie acties. Hij is fysiek sterk. Max en Jessie komen in aanmerking voor de linksachterpositie. Max is pas achttien. Als de keuze niet op hem valt, gaat hij zijn wedstrijden in de Onder 19 spelen. Die afspraak staat. Hij blijft dan wel twee keer in de week bij ons meetrainen.” 

De jeugdige Lee van der Meer komt van de Onder 19 van Alexandria en gaat de concurrentiestrijd aan met goalie Tim van der Linden. De van Quick afkomstige Bright Ampong (29)  is net als Lauhouh geen onbekende voor Van Heek. Ook hij acteerde eerder voor Rijnvogels. ,,Bright is een sterke vleugelverdediger, die felheid  en een brok ervaring meebrengt. Hij is een leider in het veld”, meent Van Heek. Van Quick Boys melden zich Cem Sahin (22) en de tweeëndertigjarige ex-prof Kelvin Maynard (o.a. ex-Volendam en ex-FC Antwerp). ,,Cem kan op de vierkante meter een mannetje uitspelen en heeft oog voor een steekpass. Hij kan zowel centraal op het middenveld als op de flank voorin uit de voeten en Kelvin stond bij Quick Boys centraal achterin, maar is ook in de middenlinie inzetbaar”, legt Wattimury uit. De van Noordwijk gekomen Kasper Michel (27) is eveneens een centrale verdediger. Van Heek: ,,Jammer dat hij voorlopig door een nieuwe baan veel in België moet zijn en daardoor niet of weinig kan trainen. Pas na drie maanden kan hij weer volop aansluiten.”

Systeem

De grootste aanwinst lijkt Kees “Pier” Tol. De 32-jarige Volendammer, oud-prof van Volendam en Cambuur, was in zijn carrière vaak een garantie voor doelpunten. Hij scoorde veel bij onder andere Noordwijk en Spakenburg. Het afgelopen jaar schopte hij er bij laagvlieger Spijkenisse nog vijftien in. ,,Kees is erg doelgericht, maar heeft ook oog voor zijn medespelers. Het is aan ons om ervoor te zorgen dat het in de aanval gaat klikken met hem. We zullen automatismen moeten gaan creëren en dat is absoluut trainbaar. Maar uiteraard heeft dat tijd nodig. En of dat alles met een 4-4-2 of een 4-3-3 systeem zal zijn, heeft ook te maken met de strijdwijze van onze tegenstander. Die wordt steeds geanalyseerd en daar houden we dan sowieso rekening mee. Al met al denk ik dat we wel klaar zijn voor de competitie. En dan gelijk tegen Hoogeveen, dat vorig seizoen als tweede eindigde. Het zou mooi zijn als we die weten te winnen. Dan kom je wellicht in een flow. Op voorhand zie ik verder SJC, HBS en RKAVV, dat zich flink versterkt heeft, als titelkandidaten. Enfin, we zullen over een wedstijd of acht, negen eens zien wie er echt gaan meetellen en waar wij dan staan”, besluit Van Heek.