• Voorhoede Boys 1 krijgt verder vorm

  • 'We moeten ons kunnen handhaven'

    Alphense Boys keerde op 5 juni jl. terug in de Hoofdklasse en begint het seizoen komende zondag met een uitwedstrijd tegen RKHVV. Trainer Aad van den Berg keek in de onlangs verschenen Seizoengids 2017-2018 nog een keer terug op de promotie en gaf in het interview met Nick Verwoerd ook een korte voorbeschouwing op de nieuwe competitie. Hieronder kunt u het volledige artikel lezen.

     

  • Vol vertrouwen de Hoofdklasse in

    Na een afwezigheid van vier jaar keert het eerste elftal van Alphense Boys terug in de Hoofdklasse. In zijn tweede jaargang op sportpark De Bijlen bewerkstelligde coach Aad van den Berg die rentree door met zijn team een lang, slopend seizoen in de nacompetitie succesvol af te sluiten. “De doelstelling voor komend jaar is om ons te handhaven op het hogere niveau. Daarna kun je als club wellicht verder groeien”, meent de trainer.

    De 45-jarige inwoner van Maarsbergen kijkt graag vooruit, maar blikt – logisch – toch ook met veel genoegen terug op het voorbije seizoen. “In vergelijking met het jaar ervoor zijn we stabieler geworden. We wisselden toen hoge pieken af met diepe dalen. Van de vijf onderste ploegen wonnen we bijvoorbeeld thuis geen één keer. Het was dus zaak om ook in de wedstrijden waarbij we minder goed speelden de punten te pakken. En dat is grotendeels gelukt, al gingen we op eigen veld wel onderuit tegen DRL en TAC. Die ploegen zijn beide gedegradeerd. Maar goed, kort na de winsterstop stonden we nog maar drie punten achter op koploper Leonidas en die klopten we toen met 3-1. De week erna ging het echter fout bij VELO en zo belandden we uiteindelijk in de nacompetitie. Die gingen we anders in dan vorig jaar, toen we al snel werden uitgeschakeld.”

    “Alhoewel er voor 22 ploegen slechts twee plaatsen in de hoofdklasse te verdienen waren, heb ik meteen geroepen dat wij topfavoriet waren. Eerst wachtte ons een poule van vier. We begonnen tegen Bemmel. Het was belangrijk om die eerste pot te winnen en dat deden we, met goed voetbal: 3-0. Daarna moesten we naar Velsen, dat midweeks ook al van Emmen had gewonnen. Dat duel kon alle kanten op en eindigde in 1-1, met onder andere de enige tegengoal die we in deze poule zouden incasseren. En dat was een eigen doelpunt van Evert (Baumann/red.). Na de laatste wedstrijd zou het doelsaldo dus doorslaggevend kunnen zijn. En dat bleek. De trainer van Bemmel verzekerde me dat zijn elftal er tegen Velsen echt voor zou gaan. Dat klopte ook, Velsen won slechts met 3-2. Daar stelden wij een wervelende show tegenover, die resulteerde in een schitterende 8-0 overwinning op Emmen. Zo eindigden we op doelsaldo als eerste.”

    Beslissende fase

    “In de tweede poule toonde Quick 1888 zich in Nijmegen een fysiek sterke ploeg, die vooral het spel ontregelde in plaats van zelf te voetballen. We wonnen verdiend met 0-2. Doordeweeks zijn we daarna met z’n allen wezen kijken naar VELO tegen Quick. VELO won met 1-0, waardoor wij tegen hun aan een gelijkspel voldoende hadden. Maar daar kunnen wij niet op spelen. Dat kan volgens mij alleen Juventus. Enfin, de club heeft er toen alles aan gedaan om voor die laatste wedstrijd een geweldige ambiance te creëren. Met succes: 1500 man langs de lijn, vuurwerk en veel jeugd. In de eerste helft leek het, waarschijnlijk doordat we bij een gelijkspel zouden promoveren, of er twijfel heerste bij ons. Zo van: lopen we nu vooruit of achteruit? Hoe dan ook, vlak voor rust kwamen we met 0-1 achter en dat bleek een zegen. Na rust moesten we nu wel en speelden we ons vertrouwde spel. En dat betekende erop en erover. Na de 4-1 winst was de ontlading enorm. Het heeft vier jaar geduurd om de zwarte bladzijde - de degradatie na het incident tegen Haaglandia - uit te wissen. Ik heb onderschat wat dat met menigeen heeft gedaan. Na onze promotie heb ik mensen zien huilen. Ik ben er trots op dat we dit alles met elkaar hebben bereikt.”

    Saamhorigheid

    Aan het einde van de succesvolle rit sloot de selectie het seizoen af met een gezellig samenzijn in Archeon. Tijdens die avond had centrumspits Patrick Krop een verrassing in huis. Hij bood alle spelers en begeleiders een ingelijste foto aan, waarop ieder afzonderlijk stond afgebeeld. Om de foto heen prijkten de handtekeningen van de spelers. Krop overhandigde zijn trainer een afbeelding, waarop hij na afloop van de ontmoeting met VELO juichend te zien is. “Zoiets tekent de hechte band binnen de groep. Die saamhorigheid was naast het voetballend vermogen dan ook de kracht van het team: de bereidheid om een extra stapje voor een ander te doen en om er bij tegenslag extra voor te gaan. Wat dat betreft is het trainingskamp in Valencia van belang geweest. Alhoewel door omstandigheden een aantal jongens niet mee kon, is daar toch iets gegroeid. Je zag iets gebeuren. Er waren alleen maar lachende gezichten en bij de trainingen werd er vol gas gegeven. Het was top.”

    “Verder was er balans in het team, mede dankzij het feit dat we op het middenveld met de punt naar achteren speelden, met twee offensieve middenvelders: Thom Nouwens als man van de pass en Arjan Ouwendijk als loper. Voor wat betreft de technische staf vullen Eli en ik elkaar perfect aan. Eli is sterk in de één op één-momenten met de spelers. Zo traint hij geregeld op donderdag per linie met een aantal jongens even door. Zodoende kun je als hoofdtrainer meer naar het totaalplaatje kijken. En wat is het mooi dat we dit succes bereikt hebben met veel jonge spelers uit de eigen opleiding, in de eindfase zelfs met een aantal A-junioren.”

    Ambitie

    Alphense Boys is niet de eerste club, waarmee Van den Berg promoveert. “Hiervoor heb ik bij drie andere clubs het eerste elftal getraind. Bij Kampong, dat net kampioen was geworden in de derde klas, promoveerden we meteen door naar de eerste klas en in mijn tweede jaar bij SO Soest lukte dat laatste eveneens. Het is mijn ambitie om in de top van het amateurvoetbal te werken. Kijken of mijn trucje ook hogerop werkt. Tot nu toe werkte ik niet langer dan drie jaar bij een club. Op een gegeven moment is het tijd om weer verder te gaan kijken. Tijd voor iets nieuws. Alhoewel, als je zes, zeven nieuwe gezichten in je selectie aantreft dat toch ook weer een uitdaging kan zijn”, vertelt de oefenmeester.

    Ondanks de door Van den Berg geroemde sfeer en het succes vertrekt een drietal basisspelers. Doelman Menno de Jong, middenvelder Erwin Nuytinck en rechterspits Maurice Kerkhof zoeken hun heil elders. “Menno gaat hogerop, naar VVSB in de tweede divisie. Dat heeft hij verdiend. Het is hem gegund. Gelukkig hebben we in Tim van der Linden een goede vervanger gevonden. En Pepijn Kooy en Cristian Cabrera Ortega moeten in staat zijn om de plaats van Erwin in te nemen. Maurice was voor mij de revelatie van het voorbije seizoen. Hij meende eerst dat hij niet als rechtsbuiten zou kunnen spelen. Na een gesprek waarbij we aangaven dat hij aan die stek een iets andere invulling mocht geven heeft hij het uitstekend gedaan. Hij was goed voor zo’n twintig goals en assists. Jammer dat-ie gaat. Hij wil dichter bij huis en op zaterdag gaan spelen. Daarom gaat hij naar Nootdorp.”

    Naast de komst van Van der Linden, Kooy en Cabrera Ortega melden zich nog vijf nieuwkomers in de selectie. Alhoewel: nieuwkomers?  Net als Van der Linden droegen Yassin Amtyl (afkomstig van DSO), Thijs Hoogenboom (FC Lisse) en Sven van Lunteren (SC Woerden) al eerder – in de jeugdafdeling – het roodwit. “Met Tim, Sven en Thijs krijgen we er heel wat lengte bij. Die tikken toch wel de twee meter aan. Verder wilden we graag meer mogelijkheden voorin. Nathan Spaan komt van SCH’88 en is een flankspeler. Hij speelde de eerste helft van het seizoen de pannen van het dak, maar kreeg een rugblessure en kwam daardoor nauwelijks nog in actie. Nu is hij fit. Michael Amoafo is ook een vleugelspeler. Hij heeft bij Woerden door blessures maar ongeveer de helft van de wedstrijden kunnen spelen. Onze medische begeleiding is echter van dien aard dat ik goede hoop heb dat Michael bij ons van waarde kan zijn. Prettig is ook dat Ian Quack weer bij de groep aansluit. Hij moest afgelopen jaar afhaken door de ziekte van Pfeiffer, maar is nu weer hersteld. Al met al beschikken we over een selectie van achttien veldspelers en twee keepers. Het ziet er goed uit. Ik denk dat we in de hoofdklasse voetballend  mee kunnen, al komen we misschien nog wat slimmigheid tekort. Hoe dan ook, we moeten ons sowieso kunnen handhaven. Het is jammer dat het plan om de zaterdag- en zondaghoofdklassers bij elkaar te plaatsen is weggestemd. Een regionale indeling met veel derby’s zou aantrekkelijk zijn. Nu moeten er lange reizen worden gemaakt.”

    Vrije tijd

    Met de tijd die Van den Berg, in het dagelijks leven operationeel manager bij het zes vestigingen tellende Bakker De Kruijf, overhoudt buiten zijn activiteiten voor Alphense Boys weet hij wel raad. Die besteedt hij grotendeels aan zijn gezin en sport. “Onze dochter Yulika wil weer gaan hockeyen en Kieran en Duncan voetballen bij SVMM in Maarn, waar ik vroeger zelf ook speelde. Kieran is twaalf, hij is rechtsback en een kop groter dan zijn medespelers. En Duncan is negen. Hij is tweebenig en scoorde er het afgelopen seizoen 35,” vertelt vader Van den Berg niet zonder trots. “Verder volg ik allerlei sporten en doe ik zelf aan wielrennen. Ik heb net een nieuwe fiets gekocht, met alles erop en eraan. Volgend jaar ga ik met een groep een aantal Italiaanse bergen beklimmen, waaronder de Stelvio. Dat betekent wel dat ik straks vanaf januari m’n biertje moet laten staan, want er moeten wel de nodige kilo’s af”, besluit de trainer.

    Interview: Nick Verwoerd. Foto: Orange Pictures.